De hoogste bestuursrechter, de Centrale Raad van Beroep, heeft bepaald dat persoonlijke dienstverleners die minder dan vier dagen per week werken in dienst van iemand met een persoonsgebonden budget (pgb), niet mogen worden uitgesloten van WW.
Het ging om een pgb-dienstverlener bij wie het UWV weigerde om in haar arbeidsverleden de jaren 2015 tot en met 2018 op te nemen. Ze had in die periode als huishoudelijk hulp in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning gewerkt. Vervolgens verleende ze van januari 2019 tot september 2019 zorg in het kader van de Wet langdurige zorg. Toen zij werkloos werd, vroeg ze een WW-uitkering aan, die het UWV afwees.
Iemand die werkzaam is op basis van een privaatrechtelijke dan wel publiekrechtelijke dienstbetrekking is normaliter verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Er geldt echter een uitzonderingsbepaling voor een persoonlijk dienstverlener die minder dan vier dagen per week in dienstbetrekking van een particulier werkt, zoals bij deze pgb-dienstverlener het geval was. Deze uitzonderingsbepaling is onderdeel van de Regeling dienstverlening aan huis die beoogt de arbeidsmarkt voor persoonlijke dienstverlening te stimuleren en illegale arbeid te voorkomen.
De uitzonderingsbepaling mag echter naar het oordeel van de CRvB niet worden toegepast op de dienstverlener die vanuit een pgb wordt betaald. Dit omdat uit statistische data is gebleken dat er verhoudingsgewijs veel meer vrouwen dan mannen door de uitzonderingsbepaling worden getroffen. Op grond van Europese jurisprudentie is dit alleen toelaatbaar als de uitzonderingsbepaling objectief gerechtvaardigd is vanuit niet-discriminerende overwegingen. Deze objectieve rechtvaardiging ontbreekt bij dienstverleners die vanuit een pgb worden betaald.
Gebleken is namelijk dat de werkgelegenheid op de markt voor persoonlijke dienstverlening niet is bevorderd en dat illegale arbeid niet is voorkomen. Voor het indirecte onderscheid naar geslacht bestaat dus geen objectieve rechtvaardiging.
Dit betekent dat er voor de betreffende pgb-dienstverlener toch recht op WW bestaat en dat het UWV de gewerkte jaren als pgb-zorgverlener alsnog moet opnemen in haar arbeidsverleden.
De medische zorg heeft financieel gezien een behoorlijk jaar achter de rug. Per saldo trokken de omzet en de winst in 2022 verder aan, zij het minder sterk dan in het voorgaande jaar. De branche heeft het afgezien daarvan echter nog steeds zwaar, mede door de hoge werkdruk. Dit blijkt uit het SRA-Rapport ‘Branches in […]
Met de toenemende vergrijzing neemt ook de vraag naar thuiszorg toe. Maar is bemiddeling bij deze thuiszorg aan te merken als gezondheidskundige verzorging en dus vrijgesteld van btw? Hof Den Haag vond dat bij werkzaamheden die verder gingen dan alleen bemiddelen, wel het geval. Zorgverlening via zzp’ers In bovenstaande zaak handelde het om een […]
Moest u reizen om een coronavaccinatie te halen? Dan zijn de reiskosten aftrekbaar als uitgaven voor specifieke zorgkosten. Coronavaccinatie Over het algemeen zijn uitgaven die u doet om te voorkomen dat u ziek wordt niet aftrekbaar als uitgaven voor specifieke zorgkosten. In 1995 oordeelde de Hoge Raad echter al dat inentingskosten uitgaven voor geneeskundige […]